Bij de nu volgende beschrijving van het juiste gebruik van de tegelkachel kunnen er van kachel tot kachel wel wat verschillen zijn in uitvoering. Zo kan het voorkomen dat er bijvoorbeeld een type deur in de kachel zit die afwijkt van de hier beschreven situatie, of dat er een extra deurtje in de kachel zit. De essentie wordt echter steeds in de tekst benadrukt.

1.

De kachel kan het beste ca. 2 uur voordat het koud wordt, worden aangemaakt.

2.

Open de beide deurtjes en plaats een enkele rij houtblokken rechtop tegen de wanden van de kachel (ongeveer 1 mandje of 6 à 10 houtblokken).

Afgepaste hoeveelheid stookhout

3.

Maak in het midden van de houtblokken een padvindersvuurtje met blokjes hout, wat boomschors en een aanmaakblokje en plaats daar bovenop enkele kleine stukjes hout. Steek dit aan.

Padvindersvuurtje met rondom de houtblokken

4.

Sluit nu alleen de binnenste deur om te voorkomen dat er brandende zaken uit de stookplaats vallen. Het buitenste deurtje blijft dus open. Dit is essentieel, omdat bij een dichte buitendeur er onvoldoende zuurstof wordt toegevoerd, waardoor de verbranding niet goed verloopt. De kachel werkt dan niet goed en het rookafvoerkanaal vervuilt met een taai en hardnekkige teerachtige afzetting. Op de langere termijn zal de kachel het helemaal niet meer doen en zal de schoorsteen moeten worden opengemaakt om te worden gerepareerd.

Tijdens het branden van het vuur is alleen de binnendeurtje dicht

5.

Als het padvindersvuur goed brandt kunnen de grotere houtblokken met de pook over het vuur worden omgetrokken. Hoe sneller al het hout verbrandt, hoe hoger het rendement van de kachel. Zorg dus voor een groot vuur en onderhoud dit tot alle vlammen weg zijn.

Een fel vuur zorgt voor een snelle verbranding en een hoog rendement

6.

Sluit nooit de buitendeur voordat alle vlammen gedoofd zijn. Er kunnen zich gassen ophopen en de kachel kan exploderen.

7.

Als er nog slechts kolen gloeien en al het hout verbrand is, dient de buitendeur te worden gesloten. Er zijn dus geen vlammen meer te zien. Het sluiten van het buitenste deurtje voorkomt dat de warmte die nu in de kachel is, door de trek de schoorsteen uit gaat. Het voorkomt het te snel afkoelen van de kachel.

De gloeiende massa houdt de kachel uren warm

8.

De stenen van de kachel worden nu lekker warm en geven een aangename warmte af aan de ruimte.

Houd als de vlammen gedoofd zijn het deurtje dicht

9.

De as kan je laten liggen, de volgende dag kan je hier weer gewoon een nieuw vuur in maken. Wij scheppen de kachel ca. 1x per maand leeg (gebruik een metalen emmer voor de veiligheid). De as kan op de composthoop worden gegooid of gewoon in de tuin.

10.

In het voor- en naseizoen bij normale weersomstandigheden is 1 vulling per dag voldoende (om ca. 16.00 uur). In hartje winter stoken wij 2x per dag (1x ’s morgens en 1x aan het einde van de middag).

Nog enkele tips:

Als de kachel enige dagen niet heeft gebrand moet de schoorsteen worden voorverwarmd middels een klein papiervuurtje in het inspectieluik van de schoorsteen. Dit brengt de trek op gang en voorkomt dat bij het aansteken van de kachel de rook de kamer in komt.

De stenen waaruit de kachel is opgebouwd zijn poreus. Hierdoor nemen zij het water op dat in de lucht zit. Aan het begin van het nieuwe stookseizoen moet de kachel eerst worden “droog gestookt” middels een klein vuurtje. Pas hierna mag de kachel worden gestookt conform de instructies in dit artikel.

Plaats geen brandbare spullen voor het stookdeurtje tijdens het gebruik van de kachel!

Zorg ervoor dat tijdens het verbrandingsproces er altijd ergens een raampje openstaat. Het vuur onttrekt veel zuurstof aan de ruimte. Het open raam zorgt voor voldoende verse aanvoer van zuurstof. Bovendien kan er in theorie onderdruk in de kamer ontstaan, waardoor rook of gas (koolmonoxide!!) de kamer in kan komen.

Let op: een houtkachel is geen open haard. Het is dus niet de bedoeling dat er continu hout in de kachel wordt gestopt. Het is schadelijk voor de kachel als de temperatuur opgevoerd blijft worden. Brand dan ook 1 vulling per keer en sluit de kachel als de vlammen gedoofd zijn.